RENÉ LALIQUE - MASTER OF GLASS AND JEWELLERY ART
Grand Nue sur socle lierre, beeldje dat Lalique van zijn tweede vrouw gemaakt heeft. 

Museum Lalique in Doesburg - De verborgen parel van de internationale kunstwereld  
In het pittoreske, historische Nederlandse hanzestadje Doesburg, bekend om zijn natuurschoon rond eeuwenoude stadswallen en stadsgrachten, pronkt één van de pareltjes van de Nederlandse en internationale kunstwereld: Museum Lalique. Dit bijzondere museum met werken van één van de grootste kunstenaars uit de geschiedenis, een man die door kenners op één lijn wordt gesteld met Da Vinci, Rembrandt en Monet, ligt in een uithoek van Oost-Nederland, bijna verscholen in een eenvoudig dorpsstraatje. Het museum is gewijd aan de juwelen- en glaskunst van het beroemde Franse genie René Lalique. Opgericht in 1993 door LaLique-liefhebber Benjamin Mordehai Janssens, reflecteert het museum een stijlvol hoogtepunt van Art Nouveau- en Art Deco-kunst. De Art Nouveau manifesteerde zich vooral in gebruiksvoorwerpen (glaskunst, boeken, plateel, sieraden,  meubels etc), en in de architectuur en de schilderkunst. Kunstminnaar Benjamin Janssens, oorspronkelijk geschoold als classicus, is curator en mede-eigenaar van het museum. Tevens is hij co-auteur van de 6-delige bibliografieserie "Microcosmos van René Lalique", ("De kleine wereld van René Lalique"), waar hij samen met fotografe Linda Roelfszema en een tweetal kleindochters van Lalique aan werkte. Momenteel zijn de eerste 3 van 6 delen gepubliceerd (er staan nog drie delen op de rol).

Twee door Lalique ontworpen tafeltjes. 

Benjamin Janssens: "Microcosmos slaat op het feit dat hij zo gedetailleerd werkte, zijn kleine wereld als het ware. Deel I heb ik geschreven met kleindochter Marie-Claude Lalique, die in 2003 overleden is. Zij was degene die het bedrijf in 1977 heeft overgenomen. Deel II en III heb ik geschreven met Kathérine Vaudey Lalique, een andere kleindochter. Zij heeft een belangrijke bijdrage geleverd. Zij heeft mij voorzien van veel unieke documenten die alleen in hun familie aanwezig zijn en niet in de archieven liggen. Ik heb nog goed contact met de familie. Ik heb ook 80 parfumeurs geïnterviewd in Parijs; ik heb daar zelf ook gewoond, dus die ken ik nog goed van vroeger. Ik heb ze ook geïntroduceerd bij het Nieuwe Instituut in Rotterdam, waarvoor ik de tentoonstelling van het parfumgedeelte heb georganiseerd. Voor mijn onderzoek duik ik vaak in de archieven, bijvoorbeeld in Parijs, waar je het Institut de l'Arbre hebt, het grootste archief van Frankrijk, maar ook in Genua heb ik veel gevonden. Ik ben een echte wetenschapper, ik wil dat alles klopt. Ik ben een millimeteronderzoeker." 

 

In 2017 het grootste Lalique-museum ter wereld

Poster Paone, broche 

In  2011 is het Lalique-museum opgegaan in de stichting ”Société Musée Lalique Pays Bas”, waarvan historicus Santino Melssen voorzitter is. Melssen is samen met Benjamin Janssens mede-eigenaar van het museum; directeur is Simon de Bruijn. Het museum heeft ook een eigen uitgeverij. Het pand waarin het museum gevestigd is, is een rijksmonument uit 1495, oorspronkelijk een wijnhuis. Het museum zal in 2017 uitgebreid worden met de Commanderij, een oud Riddergebouw uit 1286 aan de overzijde van dezelfde straat, nadat de restauratie, die nog in volle gang is, voltooid is. Momenteel zijn er in het museum zo'n 250 glasobjecten en juwelen te bezichtigen uit de art nouveau- en de art deco-periode. Naast het Nederlandse museum in Doesburg, kent de kunstwereld nog twee Lalique-museums, één in Wingen-sur-Moder (Frankrijk) en één in Hakone (Japan), terwijl het Gulbenkian-museum in Lissabon de belangrijkste juwelencollectie van Lalique bezit. Na de verhuizing naar  de Commanderij zal het museum naar verwachting het grootste Lalique Museum ter wereld zijn, met een collectie van ongeveer 1000 werken. 

 
Momenteel loopt in het museum de expositie "Art Nouveau & Japonisme" (van 19 juni 2016 tot 15 juni 2017). Tijdens deze tentoonstelling zal er een keur van Japanse prenten uit de Meiji, Taisho en Showa periode te zien zijn in combinatie met werk (facsimilés) van Chagall, Gaugain, Matisse en originelen van Mankes en Breitner. Daarnaast zal deel twee van de art nouveau tentoonstelling van start gaan  teneinde om de verbanden tussen alle eerder genoemde kunstromingen zichtbaar te maken. Zoals de Japanse prentkunst haar stempel op de westerse kunst heeft gezet, zo heeft het westen dat omgekeerd op de Japanse kunst gedaan.  Wat opvalt in deze prentkunst, is met name de opzet die beïnvloed is door het van oorsprong Europese compositie-idioom. De kleuren zijn opvallend helder van opzet en de voorstellingen doen steeds meer denken aan de composities van westerse kunstenaars zoals Eugène Grasset en Alphonse Mucha. Anderszijds lieten westerse kunstenaars, zoals Chagall, Gaugain en Matisse,  zich weer door de Japanse vormen en kleuren beïnvloeden. Deze nieuwe Japanse prentkunst beslaat twee keizerlijke periodes, die van de Taisho (rechtschapenheid) en de Shôwa (verlichte vrede). De Shinhanga wordt algemeen beschouwd als de 'revitalisering' van de traditionele 'ukiyo-e' prentkunst uit de Edo- en Meijperiode. In opzet en kleur doet deze prentkunst het woord gestand.

 

De meester van het detail: Lalique blijft fascineren     
Hier komen ze allemaal: de echte liefhebbers en verzamelaars van Lalique. Wie nog onbekend is met het werk van Lalique, maar ook hij die al in het bezit is van een authentiek Lalique-sieraad, kan zich hier volledig laven aan de overvloed van Lalique-objecten. Wie wandelt langs vitrines met vazen, sieraden, unieke glazen objecten, wijnglazen, karaffen met een bosgeest in het handvat verwerkt,  parfumdoosjes, verstuivers en parfumflaçons, merkt ook de bijzondere flaçonstoppen op in de vorm van vrouwenlichamen. Deze zijn verbeeld naar figuren uit klassieke mythologie, zoals een beeldje van Amphitrite, de vrouw van de God Poseidon, subtiel verwerkt als flessenstolp. De bezoeker waant zich in de weelderige wereld van Lalique, een huis van élégance, variëteit van kleuren, vormen en verfijnde details; een museum waar de fine fleur van de nationale en internationale kunstwereld, massaal op afkomt - gemiddeld zo'n 15.000 bezoekers per jaar. 

 

 

 

Motorkapornament  (radiatordop) 

Van goudsmid tot glaskunstenaar
René Lalique (1860-1945), van wie enkele kleinkinderen nog in leven zijn, was het fenomeen van de verfijnde kunstvormen. Hij groeide uit van goudsmid tot glaskunstenaar, van artiest tot industrieel en was eigenaar van twee glasfabrieken. Hij ontwierp een grote verscheidenheid aan kunstobjecten en gebruiksvoorwerpen, zoals glazen ampullen, sieraden - al dan niet van gegoten glas -  (juwelen, broches, hangers, bijzondere ringen, waarvan één unieke met een waterspuwer), parfumbranders, parfumflaçons, poederdozen, zalfdozen, lampen (paleislampen, plafonniers, kroonkandelaars), lichtmonturen, haarkammen, manchetknopen met dansend naakt, vazen, sigarettendozen en allerlei luxe voorwerpen. Hij maakte ook veel beeldjes vaak met vrouwenfiguren (al dan niet geïntegreerd in de stolp van een vaas) en zelfs een tepelhof. Benjamin Janssens: "Voor Lalique was niets te ver. Hij maakte zelfs motorkap-ornamenten, een spiegelreflectorbox, glazen elementen en panelen voor het oceaanschip de Normandie,  maar ook glazen onderdelen voor de Orient Express, glazen meubelen, een glazen altaar voor een kerk, een glazen fontein voor de wereldtentoonstelling van 1925 in Parijs, de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels modernes. Hij heeft ook buitenverblijven van Japanse prinsen met glas versierd." Lalique maakte ook de glazen tombe van Catalina Lasa, de vrouw van de welgestelde Cubaanse landeigenaar, Juan Pedro Baró, die erop stond in staande positie naast zijn vrouw te worden begraven, zodat hij haar kon blijven beschermen.  

 

Parfumflaçon deux anemones 

"Hij bleef zijn hele leven als juwelier denken."
In 1890 gold Lalique als een van de belangrijkste juwelenontwerpers van de Franse art nouveau, met als voornaamste inspiratiebronnen flora, fauna en de vrouwelijke vormen. Lalique heeft vanuit die invalshoeken sieraden gemaakt die qua vorm zijn gebaseerd op onder meer pauwen, libellen, bloemen en slangen en de vrouw. Benjamin Janssens: "Flora en fauna waren vaste principes in zijn werk. Lalique heeft de eerste 8 jaar van zijn leven bij zijn grootvader opgegroeid, die was botanicus en latinist. Daar heeft hij veel van geleerd."  Lalique gebruikte materialen die tot op dat moment ongebruikelijk waren in de haute joaillerie: vensterglas (plique à jour), email, leer, hoorn en schelpen. Lalique koos voor bepaalde stenen op grond van kleur, luciditeit, glans en vorm, en niet noodzakelijkerwijs op exclusiviteit of kostbaarheid. Daarmee brak hij met de tot dat moment gangbare traditie van het historisme. Volgens dé Nederlandse Lalique-expert Lennart Booij, gepromoveerd op het oeuvre van Lalique aan de Universiteit van Leiden, was Lalique "de vernieuwer van het moderne sieraad". Hij werd ook "de revolutionair van het parfum" genoemd. In de woorden van museumdirecteur Benjamin Janssens was Lalique "de geestelijk vader van moderne parfumflaçons en de moderne industriële luxe." Janssens: "Lalique was de Maître van de Art Nouveau; hij was de voortrekker. Hij heeft het industrialisme luxe gemaakt. Hij heeft industrieel geproduceerde objecten zodanig op de markt gebracht, dat ze de uitstraling van luxeproducten hadden. Dat was de revolutie. Dat was nog nooit gebeurd. Hij kreeg dat voor elkaar, doordat hij juwelier was. Een juwelier is ook een beeldhouwer, die moet verstand hebben van anatomie. Hij bleef zijn hele leven als juwelier denken. Hij werd weleens de Leonardo da Vinci van de Art Noveau genoemd, omdat hij net als Da Vinci veel van anatomie af wist. Hij heeft veel anatomielessen gevolgd aan het Collège Turgot in Parijs. Ook werd hij de Rembrandt onder de glaskunstenaars genoemd."  .  

 

Les Figurinnes (Marcas et Bardel)

Lalique-expositie: Fleures, Faunes, Femmes
Benjamin Janssens, organiseerde in het museum in Doesburg een Lalique-expositie van september 2015 tot juni 2016, onder de titel Fleures, Faunes, Femmes. Hiervoor kwamen veel Lalique-werken uit het buitenland naar Nederland. Benjamin Janssens is al jaren gefascineerd door het werk van Lalique en de Art Nouveau-stijl. Hij vertelt: "De Art Nouveau is een stroming in de kunst en architectuur die tussen 1890 en 1910 erg opleefde. In Nederland is zij echter niet zo heel warm ontvangen destijds;  zij viel niet in goede aarde, vanwege de animistische inslag: het geloof in de natuur en niet in god. Zoals het shintoïsme in Japan, dat zijn natuurgodsdiensten, die geloven niet zozeer in goden maar in geesten; in stenen, in de aarde en in onze eigen leefomgeving. De Art Nouveau was daar ook erg op geënt. Deze stroming wordt in bepaalde landen  anders genoemd, zoals Jugendstil (in Duitsland en de noordelijke landen), en Sezession (in Oostenrijk), Modern Style (Angelsaksische landen), maar ook wel ludieke namen als spaghettikunst in Italië, hoewel Floreale daar de meer erkende aanduiding was, en in Nederland de slaolie-stroom, vanwege de advertentie die Jan Toorop heeft gemaakt met een slaoliestel voor Delftse slaolie."      

 

     

 

 

De verkeerd ingeslagen weg, bleek 'de juiste weg'
Het Lalique-museum in Doesburg is eigenlijk door een speling van het lot in de schoot van moeder kunst geworpen. Een man in een auto neemt, met zijn gedachten ergens anders, de verkeerde afslag en staat, zonder het zich bewust te zijn opeens midden in Doesburg, een voor hem onbekende stip op de landkaart. Benjamin Mordehai Janssens heeft geen tijd zijn verbazing te overwinnen, want nauwelijks uit zijn verwarring ontwaakt, ziet hij voor zich een prachtig historisch pand. Hij vertelt: "Het was stom toeval. Ik kwam uit Nijmegen, en reed verkeerd. Toen zag ik dit huis staan en heb het gekocht. En daarna heb ik het Lalique-museum hier gevestigd. Samen met Santino Melssen, die voor mij een stimulator was, heb ik het in de afgelopen decennia uitgebouwd tot een volwaardig museum, dat goed bezocht wordt." Verdwaald, huis gekocht, museum opgericht. Is de verkeerde weg niet ook soms de goede weg? En dan met een gevoel van humor en historie voegt hij er fijntjes aan toe: "Doesburg is een van de meest belangrijke handelsteden geweest, dat is iets waar de autotochtone Doesburgers de Amsterdammers graag mee pesten. Zij zeggen dan: "Toen jullie nog in de lianen slngerden, was hier al beschaving. Dat klopt ook wel, want hier was al lang handel.  Hier hebben ook garnizoenen gezeten,  Fransen, Romeinen, vanwege het Hanzeverbond is hier veel handel gedreven met Zweden en Baltische landen. Doesburg is een verbindingspunt van een belangrijke handelsroute geweest."   

 

Vrouwen in olijftakken, broche

De voorliefde van Benjamin Janssens voor de kunst van René Lalique is al op vroege leeftijd ontstaan. Benjamin vertelt: "Ik ben met lezen begonnen toen ik 5 jaar was.  Ik ben van Joodse afkomst en volgens onze traditie begin je al met lezen voordat je naar school gaat. Dus op mijn 5e kreeg ik al kunstboeken onder ogen. Mijn vader kwam uit een arbeidersmilieu en mijn moeder was van adel, dat was nogal een aparte combinatie. Mijn vader gaf niets om kunst, dus ik ben eigenlijk kunsthistorisch opgevoed dor mijn moeder. Toen zag ik op een gegeven moment een boek van Lalique en dat vond ik prachtig. Ik raakte vooral geïntrigeerd door de animistische inslag, dus het geloof in de natuur. Eigenlijk ben ik zelf ook een animist. Daarbij gaat het er ook om dat ik de natuur iets heel moois vind, waar ik veel respect en eerbied voor heb. Als ik naar de organismen in de natuur kijk, dan zie ik dat daar miljarden jaren aan evolutie bij kwamen kijken, de menselijk techniek valt daar soms bij in het niet."  

 

Lalique de vernieuwer: de allereerste die licht en glas met elkaar ging combineren

Thais beeldje

Benjamin Janssens raakte niet alleen gefascineerd door de filosofie van Lalique, maar ook door zijn vernieuwingsdrang. Janssens typeert hem treffend: "Lalique is de eerste geweest in de architectuur die licht en glas met elkaar is gaan combineren. Hij heeft weleens gezegd: lumière pour verre, c'est comme un coeur  dans le corps, dat wil zeggen: zoals licht voor glas is, is het hart voor het lichaam. Hij vond de werking van licht gigantische belangrijk voor glas; het viel hem direct op dat er een complicerende factor was. Dat had te maken met het feit dat de condensatielampen van die periode zoveel hitte veroorzaakten, dat er een grote kans was op breuk in het glas. Daarom heeft hij een soort spiegelreflectorbox ontwikkeld, waarmee licht van veraf gereflecteerd en versterkt kon worden, zodat je een hogere lichtopbrengst kreeg met een lager wattage. Lalique was een uitvinder, een vernieuwer. Hij is ook de eerste geweest, die begonnen is met het vervangen van edelstenen door plique à jour (daglicht-inlatend), in het Engels window enamel. Glas-in-lood op miniformaat. Hij had een groep ciseleurs, emailleurs en beeldhouwers om zich heen, om zijn designs uit te werken. Lalique is ook de eerste geweest, die het etiket van een flaçon over de fles heentrok, waardoor het etiket als etiket verdween, dus zo werd het etiket de flaçon.  De eerste keer dat hij deed maakte was in 1908, dat is echt een grote doorbraak geworden. Omdat het de qallereerste flaçon was, waarbij een parfum op een schitterende werd gepresenteerd. Je kocht dus een présentation, nu is dat heel gewoon, maar voor die tijd was dat revolutionair." 

 

 

 

For further information please visit: www.musee-lalique.nl