ARMANDO, RIKI MIJLING EN EJA SIEPMAN VAN DEN BERG EXPOSEREN IN FRIESLAND
Eja Siepman van den Berg in haar atelier in Friesland bij haar beeld Tjinta. |
Monumentale, dramatische doeken geflankeerd door de schoonheid van de reductie
Rencontre, samenkomst, confrontatie, uitdaging. In het historische Friese Beetsterzwaag vindt in een spannend krachtenveld tussen woeste monumentale doeken, geometrisch-abstracte Cortenstaal-sculpturen en ledemaatloze gipsen en bronzen beelden binnenkort een bijzondere onmoeting plaats: de tweede serie-expositie in Projektruimte Hoofdstraat 17, Rencontre. Afgewogen zwart-wit werken, wilde verfworstelingen aan de wand, geflankeerd door roestbruinrode, staande en liggende ‘minimalistische’ horinzontalen en verticalen. De locatie, het historische Gietenijhuis, Rijksmonument, in Beetsterzwaag, is uniek; de 'combinatiekunst', samengesteld door Roland Janssen van de Antwerpse Galerie Schoots + Van Duyse, is dat evenzeer.
"Een tentoonstelling die het verschil maakt."
Vanaf zondag 27 november 2016 a.s. t/m 26 februari 2017 weet Projektruimte Hoofdstraat 17 de kunstogen van Nederland, met de interessante expositie Rencontre, weer op zich gericht. Men haalt dan ook niet de geringsten in huis. Na de eerdere, goed bezochte tentoonstelling ‘Enigma’, met spraakmakende kunst van Bernard Aubertin, Robert Schad en Eja Siepman van den Berg, is de vloer nu aan Armando, Riki Mijling en opnieuw Siepman. Het icoon van de Nederlandse schilderkunst, Armando, de multi-alles-kunner, met zijn oorlogsgerelateerde dramatiek, waarvan alleen “de bomen kunnen getuigen”, wordt subtiel gelanceerd naast de 3-dimensionale kunstenaars Riki Mijling en Eja Siepman. Roland Janssen: “Het wordt een tentoonstelling die het verschil maakt. Wat ik iedere keer weer probeer te bewerkstelligen, is een spanningsveld tussen de kunstenaars. Dat kan zijn tussen figuratie en abstractie of vormen en kleuren; de confrontatie tussen de verschillende beeldtalen van de kunstenaars vind ik zeer interessant en die probeer ik extra te benadrukken. De werken van Eja Siepman hebben een ongelooflijke abstractie in zich, een opmerkelijke eigentijdsheid. Haar werk is de kracht van de verstilling en de schoonheid. En in die schoonheid heeft zij uiteindelijk de abstractie weten te vinden.”
Armando: een van onze belangrijkste, naoorlogse schilders
Armando in 2012. |
Van Armando worden er vijf, zes monumentale schilderijen uit zijn Berlijnse periode (1984-1989) getoond. Janssen is zeer gecharmeerd van de werken van Armando. “Hij is van grote betekenis als Nederlands kunstenaar in een internationale context. Een ongelooflijk multitalent in verschillende opzichten. Armando is een van onze belangrijkste naoorlogse schilders, met een totaal eigen, belangrijke beeldtaal. De doeken uit de Berlijnse periode zijn allemaal opgebouwd vanuit het zwart-wit, zoals Gefechtsfeld en Das Tor. Dat zijn fantastische werken, temeer omdat die doeken allemaal een landschappelijk karakter hebben. Als je zijn zwart-wiitte doeken combineert met de witte gipsen beelden van Eja Siepman, krijg je een prachtige combinatie. Daarbij geven de beelden in Cortenstaal van Riki Mijling een bijzonder interessante dynamiek en energie.”
Kunsthistoricus Antoon Melissen: "Armando is de man van de worstelingen met verf en klei."
De veelkleurige Armando is kunstschilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie en theatermaker. Hij won een aantal belangrijke prijzen, waaronder de F. Bordewijk Prijs en de Multatuliprijs voor zijn gebundelde columns "Machthebbers", die hij schreef voor NRC Handelsblad. Voor "De Straat en het Struikgewas" kreeg hij nogmaals de Multatuliprijs. Eerder was Armando al voor "Het gevecht" bekroond met de Herman Gorterprijs. In 1985 kreeg hij voor zijn gehele oeuvre de Jacobus van Looyprijs voor dubbeltalenten. Voor Dierenpraat ontving hij in 2000 een Zilveren Griffel. In 2011 mocht hij de VSB Poëzieprijs in ontvangst nemen voor Gedichten 2009. Veel van Armando's werk is vertaald in het Duits, Frans en Engels.
Armando ziet zijn oeuvre als een Gesamtkunstwerk, waarvoor zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Kamp Amersfoort de basis vormen. Kunsthistoricus en schrijver Antoon Melissen, onder meer samensteller van de monumentale monografie Armando. Tussen het weten en begrijpen (nai010 Uitgevers, 2015), zal de tentoonstelling in Beetsterzwaag openen. "Armando is de man van de worsteling met verf en klei," zo stelt Melissen. "Hij is de man van de materie. In de jaren '60 heeft hij heel minimaal gewerkt. Dat waren de jaren van de ZERO-beweging. Armando zwoer toen bij werken van plaatstaal, stalen bouten op hout gelijmd, in felle kleuren gespoten. Na die periode is Armando gestopt met werken, want hij had er helemaal genoeg van, zo vertelde hij mij in zijn atelier in Potsdam. Over die periode zei hij mij: Ik voelde me helemaal uitgehongerd. Ik wilde graag weer echt als beeldend kunstenaar gaan werken."
Tot grote schrik van heel kunstminnend Nederland is het Armando Museum in Amersfoort op 22 oktober 2007 in de Elleboogkerk in Amersfoort door een uitslaande brand geheel verwoest. De brand was zo groot van omvang dat vrijwel de volledige aanwezige collectie verloren is gegaan. Het museum is sinds maart 2014 gevestigd in een landhuis in Oud-Amelisweerd in Bunnik, in het MOA (Museum Oud Amelisweerd). Enkele van de werken van Armando die in Beetsterzwaag gepresenteerd worden, zijn:
Waldrand, olieverf op doek. |
Zonder titel. |
"Beeldhouwen is het leven dat je tijdelijk tot stilstand brengt."
Handen, 2002. Dit model kan zowel in marmer als in brons worden uitgoeverd. |
Eja Siepman van den Berg (Eindhoven 1943) woont en werkt in Beetsterzwaag. In 1967 studeerde zij af aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en in datzelfde jaar werd haar de Prix de Rome toegekend. Haar beelden zijn in diverse museale en particuliere collecties opgenomen. In 1978 ontving zij de Charlotte van Pallandtprijs. De werken van Siepman hebben een opmerkelijke zeggingskracht. Op de expositie Rencontre toont zij gipsmodellen en een aantal monumentale bronzen. Zij vertelt: "Mijn beelden zijn eigenlijk een samenkomen van het mathematische en het organische. Het gaat over lichamen, zonder ledematen, maar ik benader het mathematisch, dat uit zich via symmetrische lijnen in mijn werk. Het menselijk lichaam is organisch, dus die twee elementen vloeien in mijn werk samen. Beeldhouwen is het leven dat je tijdelijk tot stilstand brengt. Mijn beelden stralen schoonheid en rust uit. Ze vormen een soort gestold moment uit het leven. Het gaat mij niet om de psychologische duiding van de mens, maar om de sculpturale duiding. Een hoofd en handen zijn juist de instrumenten waarmee de mens zijn emoties uitdrukt. Dus die laat ik weg in mijn werk. Van Brancusi, mijn grote voorbeeld, leerde ik vooral om tot de kern te komen. Hij zocht het wezen. Mijn bewondering voor Brancusi dateert uit de tijd dat ik nog op de Academie zat. Ik was toen 25 jaar. Hij heeft mij heel erg beïnvloed."
De schoonheid van gipsmodellen
Torso Fireke. |
Een van de bijzondere aspecten van Rencontre is het exposeren van gipsmodellen, wat redelijk ongebruikeljk is. Eja Siepman: "Het gipsmodel is eigenlijk een tussenmodel. De primaire vorm is een beeld van zwarte was, dan wordt er een mal gemaakt en die wordt vervolgens afgegoten met gips. Daarna gaat het gips naar de bronsgieter en die maakt er een bronzen beeld van. We hebben er bewust voor gekozen om ook gipsen beelden te tonen, om de mensen wat meer achtergronden te laten zien van het beeldhouwproces. Gips heeft natuurlijk ook een zekere schoonheid. Het is mooi om de zwarte schilderijen van Armando naast mijn witte beelden te zien" Op de foto hiernaast zien we het gipsen beeld "Staande", een figuur met de armen omhoog. Roland Janssen erkent dat het ongebruikelijk is om gipsen beelden te tonen op een expositie: "Maar ik wilde een tentoonstelling maken die zich onderscheidt. Toen ik in het Rodin Museum in Parijs was, was ik ontroerd toen ik daar een aantal indrukwekkende gipsmodellen zag. De gipsen beelden van Rodin hebben vaak nog een grotere intensiteit dan zijn bronzen beelden. Zo ben ik op de gedachte gekomen dat soort beelden ook op onze expositie in de beeldengroep in te passen. We willen het publiek verrassen met de gipsbeelden van Eja, waarmee we qua gevoel duidelijk maken hoe haar beelden ontstaan. Ik wilde haar oeuvre verder uitdragen, door dingen te doen die nog niet gedaan zijn."
Riki Mijling: "Op de Academie in Den Bosch heb ik echt leren kijken."
Riki Mijling gebruikt hier een gasbrander waar ook bitumen op daken mee worden gekleefd. Na het polijsten van het staal van haar kunstwerken, stookt zij ze heet, waarna zij er afgewerkte olie over smeert om het te zwarten. |
Beelhouwer Riki Mijling, geboren Nijmeegse (1954), bleek al vroeg een artistieke aanleg te hebben. "Ik zat meestal te tekenen tijdens de lessen op de lagere en de middelbare school. Toen ik 15, 16 jaar was, maakte ik psychedelische tekeningen, wat in die tijd populair was." Mijling studeerde vanaf haar 21e vijf jaarlang aan de Koninklijke Adacemie voor Kunst en Design in Den Bosch, waar ze afstudeerde in de vakken Beeldhouwen en Monumentale Vormgeving. Mijling: "Dat is kunst gerelateerd aan architectuur. Ik denk dat ik op de Academie het meest baat heb gehad bij het echt leren kijken. En van het vragen stellen, waarom je iets maakt."
Na een soort sabbatical startte Riki Mijling als vrij beeldend kunstenaar haar carrìère; het was aanvankelijk hard werken en weinig verdienen. Karakteristiek voor die romantische beginjaren was het atelier in een kraakpand. Momenteel na een carrière van meer dan 30 jaar, werkt en woont ze in twee ateliers, één in Amsterdam, en één bij Doetinchem in de Achterhoek, in het buurtschap Halle-Nijdam. "Ik werk graag in het buitengebied, vooral omdat ik de rust op het platteland erg prettig vind. Daar kan ik geïnspireerd werken, in de stilte en de ruimte van de natuur."
Muurschilderingen en werk voor het Koninklijk huis
Mijling, die na de Academie, al snel begon met exposeren, heeft inmiddels een indrukwekkend curriculum opgebouwd. Ze maakte diverse muurschilderingen, o.a. voor het Mondriaanhuis in Amersfoort en voor een museum in Ponte de Sor, Portugal, waar ze als artist-in-residence gedurende één maand werkzaam was. Haar werk werd gepresenteerd op diverse internationale kunstbeurzen en ze maakte sculpturen voor twee cruiseschepen: de 'Oasis of the Seas' en de 'Liberty of the Seas'. Ze ontwierp een 5-euromunt, die het nét niet haalde, maar was wel tweemaal succesvol met sculpturen voor toenmalig Koningin Beatrix en ze maakte een beeld voor het Ministerie van Sociale Zaken. Ze nam ook deel aan een ladenkastproject voor Galerie Phoebus in Rotterdam. In opdracht van de Vereniging van Penningkunst ontwierp ze een speciale, experimentele penning - vierkant met een scharnierend trapje erin - die in de collectie van het British Museum werd opgenomen. Daar zijn 500 exemplaren van gemaakt, die allemaal in omloop zijn. Ook in Australië was ze artist-in-residence en verzorgde ze een tentoonstelling in Sydney. Ze exposeerde volop solo en deed mee aan groepsexposities.
Doorbraak in Duitsland: "Daar liggen meer kansen voor mij."
Riki Mijling is al jaren geleden in het buitenland doorgebroken, met name in Duitsland, waar zij voor vier gerenommeerde galeries werkt. Ze verkoopt goed in Duitsland. "Ik werk voor Galerie Floss und Schultz in Keulen, Galerie Dr. Julius in Berlijn, Galerie Rieder in München en onlangs heb ik me verbonden aan Claudia Weil Galerie in Friedberg. In Duitsland liggen meer kansen voor mij. Duitsland kent een heel ander kunstklimaat dan Nederland. In Nederland krijg ik niet zoveel respons op mijn werk, daar heeft men algauw iets van "we hebben geen plaats meer aan de muur." In Duitsland is meer serieuze belangstelling voor kunst en kunstenaars. Zeker waar het geometrisch-abstract werk betreft. Mijn werken in staal worden in het Ruhrgebied als heel vanzelfsprekend begrepen. En sinds kort word ik ook vertegenwoordigd door Galerie Schoots + Van Duyse in Antwerpen; volgend jaar krijg ik daar een overzichtstentoonstelling. In 2017 neem ik ook deel aan de 4e Biennale Internationale d'Art Non Objectif, in Pont de Claix in Frankrijk."
Roland Janssen (Galerie Schoots + Van Duyse): "Ook Mijling heeft een prachtige beeldtaal ontwikkeld. Ze maakt puur geabstraheerd werk. Vaak met staal; ze wekrt haar stalen beelden vaak af door ze te laten roesten, waardoor ze een prachtig roestkleurig patina krijgen of ze geeft haar beelden met een brander een zwarte afwerking, waardoor ze een pure en verstilde expressie krijgen. Haar werk sluit goed aan op het werk van Eja Siepman en dat van Armando.” Eja Siepman onderschrijft dit. "Mijling en Armando zijn twee kunstenaars die ik enorm bewonder, ik vind het een enorme uitdaging om met hen te exposeren. Het is allebei heel sterk werk. Het werk van Mijling is krachtig door de verhoudingen en het materiaalgebruik, met name het fraaie Cortenstaal. Het werk van Armando is pure kunst, woest en krachtig geschilderd. Hij heeft zijn eigen thematiek dat uit de Tweede Wereldoorlog voortkomt. Hij heeft dat Schuldige Landschaft genoemd, Schuldig Landschap. De bomen en het landschap hebben alle gruwelijkheden in de oorlog meegemaakt, maar leven gewoon voort alsof er niets gebeurd is. Armando’s werk vormt een mooi contrast tussen het werk van Mijling en mij. Het is mooi dat er én ruimtelijk werk getoond wordt én werk aan de wand."
"Cortenstaal heeft een mooie roesthuid, die prachtige kleurschakeringen geeft."
VOID X, Riki Mijling. |
Riki Mijling: "Ik kan mijn werk in allerlei verschillende opstellingen plaatsen. Horizontaal, verticaal, gestapeld. Soms zijn het twee blokken die in elkaar passen. Op de expositie in Friesland worden vooral de werken in Cortenstaal getoond. Die hebben een mooie roesthuid. Cortenstaal is een staal dat buiten niet doorroest. Je kunt het dus gewoon buiten neerzetten. Als het buiten vochtiger is in de lucht, krijgt mijn werk een heel ander karakter, het geeft het materiaal een zachtheid en er onstaan andere kleurschakeringen. Er zit een levendigheid in. Mijn werken moeten in de ruimte kunnen ademen. Vaak staan ze op drukke, schreeuwerige kunstbeurzen en als mensen dan bij mij komen, valt het ze op dat er een rust heerst in mijn stand. Mijn werk is sowieso een stap naar verstilling en rust. In mijn onderzoek naar de relatie tussen vorm en ruimte concentreer ik me op vragen als: 'Wat is de vorm van de leegte?' en 'Visualiseert geometrie de leegte?'. Het proces, waarin concentratie op de vorm leidt tot reductie en eliminatie, genereert de essentie en de verstilling, die ook in het uiteindelijke resultaat voelbaar zijn."
Melissen: "Het werk van Mijling kenmerkt zich door reductie, stilte en tactiliteit."
Resonance, Shape E. Riki Mijling. |
Kunsthistoricus Antoon Melissen had zich al eerder in het werk van Mijling verdiept. Melissen werkt momenteel in samenwerking met de Riki Mijling Foundation aan een omvangrijke monografische publicatie over Mijling's werk, die eind 2017 zal verschijnen bij de Duitse uitgeverij Kerber Verlag. Hij weet haar treffend te typeren: "Kijken is, zoals Riki zelf zegt, iets wat je doet zonder erover na te denken. De meest ideale situatie is kijken zonder te willen bepalen wat je ziet, met open vizier. Geef het de kans. Dat is niet zo eenvoudig, want dan moet je al je mentale ankers loslaten. En de datebase die je in je hoofd hebt, moet je even uitzetten. Het woord 'Reductie' is ook een enorme pijler in het werk van Riki. Wat blijft er over, wanneer je het verhaal weglaat. Wat minder voor de hand liggend, maar ook heel belangrijk bij Mijling is tactiliteit. Je kijkt naar staal, naar brons, maar we krijgen het niet koud. Het is warm, beladen materiaal. Het zoeken naar vereenvoudiging en vorm is niet zo simpel als het lijkt. Iets waarmee de kunstenaar zeggingskracht wil behouden. En daarmee begeeft zij zich op heel glad en dun ijs, want wat is zeggingskracht? Zeggingskracht is een soort taalkundig straalkacheltje, waar iedereen zich lekker bij voelt, net als gezelligheid en meer van dat soort begrippen die constant gebruikt worden wanneer mensen iets willen benoemen wat moeilijk te benoemen is. Het is het moment van stilte, het niet zeggen, dat zeggingskracht geeft. Ook contemplatie is, naast stilte belangrijk. Dat zijn begrippen die in het werk van Mijling een rol spelen."
Mijling kiest in haar werk bewust voor het principe van reductie: “Als je gaat reduceren kom je toch snel uit op geometrische, tot de essentie teruggebrachte vormen. Vroeger maakte ik sculpturen van steen, ijzer en brons. Steen gebruik ik nu niet meer, en op het moment werk ik ook niet meer in brons. Voor mij is het werken in series erg belangrijk, ik maak nooit één enkele sculptuur, ieder werk ontstaat weer uit een vorig kunstwerk. Het is een voortgaand proces. Ik werk in series, omdat ik een vorm geheel wil doorgronden en uitdiepen. En die vorm moet niet refereren aan de werkelijkheid, maar moet voor mij zo neutraal mogelijk zijn."
www.schoots-vanduyse.com, www.ejasiepmanvandenberg.nl en www.projectruimte-hoofdstraat17.com.