DE WEELDE VAN TASSENMUSEUM HENDRIKJE IN AMSTERDAM

Schildpadtas voert Hendrikje Ivo naar het grootste tassenmuseum ter wereld.  
"Verliefd en verloren."

Heinz en Hendrikje Ivo, oprichters van Tassenmuseum Hendrikje aan de Herengracht in Amsterdam. 

Tassenverzamelaar en antiquair Hendrikje Ivo is een visionair. Net als de schildpad, hét symbool van wijsheid, vastberadenheid en schepping, heeft ook zij die vooruitziende blik en drang naar creativiteit. Is het dan toeval dat Hendrikje, handelaar in klein zilver, koper, bestek en snuisterijen, ruim 30 jaar geleden in haar verzamelwoede op het Engelse platteland op een schildpadtas stuitte, een leren tas met een dekplaat van schildpad, ingelegd met parelmoer. Tastend, speurend op een rommelmarkt, tussen oude boeken, gebruiksvoorwerpen, curiosa en antiquiteiten, vond Hendrikje de ‘Tas der Tassen’, waardoor ze, zoals haar dochter Sigrid het verwoordt, “verliefd en verloren“ raakte. Wat er met Hendrikje gebeurde, grenst aan het ongelooflijke. Een gevoel van heerlijkheid, pure verrukking woelde in haar op en voor een moment werd zij boven zichzelf uitgetild. Dat moment van ín de lucht zweven zou bij Hendrikje 30 jaar aanhouden.  
 

Heinz en Hendrikje Ivo schrijven tassengeschiedenis 
De ‘wijze schildpadtas’ voerde haar naar een eigen museum, het grootste tassenmuseum ter wereld,  het enige in Europa. Aan de Herengracht in Amsterdam, of all places. Hendrikje en Heinz Ivo stonden aan de vooravond van een tassengeschiedenis, waarvan zij zélf de schrijvers waren. Hendrikje Ivo: ”De schildpadtas was een prachttas, die ons volledig in extase bracht en als een koningin in ons huis belandde. Gegrepen door de schoonheid van die tas zijn we ons gaan verdiepen in dit onmisbare gebruiksvoorwerp. Zo zijn de tassenverzamelaars in ons geboren. We zijn voor altijd in de ban van de tas gebleven.” De naam van de Ivo’s zal voor eeuwig aan de tas verbonden blijven, sinds ook hun dochter Sigrid, in het universum van de tas is gestapt en aan het roer staat van het prestigieuze tassenmuseum, dat gespecialiseerd is in handtassen, buidels en koffers. Heinz Ivo: “We realiseren ons dat we iets moois achterlaten voor het nageslacht.”  

 

 

Heinz Ivo: "De geschiedenis van de tas is oneindig." 

Tas van schildpad, ingelegd met parelmoer, Duitsland, 1820-1830. Door Hendrikje Ivo liefkozend "De Tas der Tassen genoemd." Het zou de eerste tas van Hendrikje worden, die aan de basis stond van 30 jaar tassen verzamelen. 

Een Duitse schildpadtas in Engeland. Met de aanschaf van de schilpadtas uit 1820 stapten de Ivo’s vijf werelddelen tegelijk binnen: het domein van de geschiedenis, de kunstgeschiedenis, de kostuumgeschiedenis, de mode en het ambacht. Heinz Ivo (84), was al op zijn 35e een fervent verzamelaar van reisklokjes. “Op het toppunt van mijn verzameling had ik 80 reisklokjes uit de 19e eeuw en enkele klokjes uit de 20e eeuw. Ze kwamen voornamelijk uit Engeland en Zwitserland, maar Frankrijk was het belangrijkste centrum van de klokkenproductie in die tijd. Het was wel een dure hobby. Ik reisde veel naar het buitenland in die tijd, misschien is daar mijn passie voor klokjes ontstaan.” Toen zijn vrouw Hendrikje in het Engelse Norwich de liefde voor de tas opvatte, raakte ook hij gebiologeerd door de geschiedenis en het technisch vakmanschap achter de tas. Ivo: “Ook ik was kapot van die schildpadtas. Oorspronkelijk kochten we hem voor de handel, althans dat was de bedoeling, maar toen we hem thuis bestudeerden, raakte ik helemaal gefascineerd door de techniek die erachter zit en de kunsthistorische stromingen waaraan de tas gelieerd is. Toen is in feite onze studie van de tas begonnen. De geschiedenis van de tas is oneindig en heeft raakvlakken met allerlei gebieden. De tas is door de jaren heen steeds in beweging. Dan kom je erachter hoe fascinerend die tas, gebruikswerp en modeartikel in één, door de tijden heen geweest is en alle verschillende technieken en materialen die daarbij gebruikt zijn. Zo is onze liefde voor de tas en onze verzamelwoede begonnen.”

 

 

 

Sigrid Ivo, van origine Duits, voormalig conservator van Tassenmuseum Hendrikje. Momenteel voert zij samen met Ralph Dassen de directie van het museum. De huidige conservator van het museum is Leonie Sterrenborg.  

Nu haar ouders gepensioneerd zijn en nog slechts tweemaal per week als vrijwilliger in het tassenmuseum komen, waakt hun dochter, kunsthistorica Sigrid Ivo, voorheen conservator en inmiddels mede-directeur van het museum, over de collectie. Sigrid volgde de studie kunstgeschiedenis en, hoe toepasselijk, ze studeerde af op de tassen. "Mijn scriptie ging over de 17e eeuwse tassen."

Voor zover bekend zijn er in de wereld nog twee andere tassenmusea, één in Japan en één in Zuid-Korea, maar nergens hebben ze zo'n bijzondere, uitgebreide en kwalitief hoogwaardige tassenverzameling. Sigrid Ivo kan levendig vertellen over wat ook haar grote passie is geworden: “Mijn moeder stond aan de basis van het museum, dat dan ook naar haar vernoemd is. Het verzamelen zit ons in het bloed. Mijn moeder is een rasverzamelaar, ze heeft vroeger veel antiek zilver verzameld en ook veel koper en mooi glaswerk van A.D. Copier (Leerdam). Mijn vader verzamelde reisklokjes en mijn broer Werner handelt in antieke speelgoedblikken en historische blikken. Als mijn ouders zilverwerk kochten, keek mijn vader altijd naar het zilvergehalte van de objecten, terwijl mijn moeder een sterk gevoel ontwikkeld had voor wat apart is. In mijn woonkamer staat nog steeds een vitrine met zilveren objecten. Ik had vroeger zelf als 9-jarig meisje een aanzienlijke poppenverzameling. Ik verzamelde poppen om mee te spelen. Ik had kleine en grote poppen, waarvan een enkele kon spreken en huilen. Ik had ook een collectie Barbie-poppen, waar ik veel mee gespeeld heb. Alle poppen van vroeger liggen nog bij mij thuis, in dozen in mijn berging. Echt verzamelen ben ik ongeveer op mijn 14e gaan doen. Toen heb ik een collectie zilveren objecten verzameld,  voorwerpen voor op tafel zoals fotolijstjes, bonbondoosjes, sigarendoosjes, maar ook parfumflesjes, visitekaarthouders en dergelijke. Toen ik ongeveer 20 was, ben ik, bijna ongemerkt, tassen gaan verzamelen. Hoewel ik die nooit doelbewust verzameld heb, heb ik er nu wel zo'n 60 in mijn kast staan, die ik regelmatig draag. Ik koop vooral tassen van hedendaagse ontwerpers." 

 

100 jaar industriële revolutie: Technieken en materialen die achter de tas schuilgaan  
Sigrid: "Het mooie van ons museum, wat mensen zich niet realiseren, is dat achter de tassen talloze interessante aspecten schuilgaan. Het leunt op geschiedenis en kunstgeschiedenis, maar het raakt ook de wereld van het design en de industriële revolutie. Want die schildpadtas met parelmoer dateert uit 1820, maar als je naar 1920 kijkt, dan zie je allerlei imitaties van die schildpad en allerlei kunststoffen. Daar zit wel 100 jaar industriële revolutie tussen. Dat vind je allemaal terug in de geschiedenis van de tas, maar ook aspecten van de dagelijkse maatschappij worden in de tas gereflecteerd. Doordat we anders zijn gaan reizen, kregen we een ander soort tassen. Maar ook door de emancipatie kregen we andere tassen en ook door technologische ontwikkelingen en nieuwe materialen, die hun weg vonden in de tas." In het tijdperk van de Industriële Revolutie werden veel nieuwe productiemethoden en technieken ontwikkeld. Nieuwe materialen deden opgeld, zoals papier-mâché, ijzer en geslepen staal, waardoor nieuwe tasvormen ontstonden. Er kwamen tassen voor de moderne reiziger die zich met steeds meer gemak verplaatste per boot of per trein. De handbagagetas voor in de trein was de voorloper van de hedendaagse handtas.      

 

 

Het sprookje van de ‘vrouw met de schildpadtas’ en de ‘prins met de geldbuidel’


"Kent  u nog een miljonair?”
Het sprookje van de ‘vrouw met de schildpadtas’ zou een nóg sprookjesachtiger vervolg krijgen. Eenmaal met de parelmoeren schildpadtas aan de keukentafel thuis,  besloten de Ivo’s, zonder het nog te kunnen overzien, een eigen tassenmuseum aan huis te beginnen, onder de naam “Tassenmuseum Hendrikje”. De verzamelwoede brandde te hevig, er moest een monument komen. Het museum werd gevestigd  in een Amstelveense woonwijk, in een groot deel van het woonhuis van de familie Ivo. Sigrid vertelt over de boeiende beginjaren: “Mijn moeder heeft in 1986 het privémuseum aan huis opgericht. Dat liep wel aardig. We kregen groepjes dames op vaste afspraak die ook konden blijven voor de lunch, diner of high tea. We hadden zo’n 5000 bezoekers per jaar, maar we waren moeilijk te vinden. Na 10 jaar, was de collectie dermate gegroeid, dat ze dachten: wat moeten we ermee? Het Metropolitan in New York leek geinteresseerd om het over te nemen omdat het een hele unieke collectie was. Maar wij wilden vechten voor behoud in Nederland. Dus we hebben met de Gemeente Amstelveen gesproken, die hadden grootse plannen voor een nieuw gebouw in het oude dorp,  maar daar kwam niks van. Toen hebben we een plakaat opgehangen met een noodkreet, wie wil ons helpen? En we hebben aan veel mensen de vraag gesteld, kent u nog een miljonair?”

Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam bij nacht. 

Als de Ivo’s nog in hun droom voortsudderen, komt daar op een mooie zondagmiddag plotseling een Prins met een geldbuidel, nog net niet te paard, hun museum binnenwandelen. Na een slokje koffie onthult de mecenas zijn identiteit: het is supermarkteigenaar Henk van den Broek van de Dirk van den Broek supermarkt-keten. Zijn boodschap was kort en krachtig: "Ik ga jullie helpen." Van den Broek wilde de unieke verzameling voor Nederland behouden. "Deze tassencollectie is 'kunst' met een kleine 'k', voor laag- en hoogopgeleiden, voor arm en rijk en bovendien moet minimaal de helft van de wereldbevolking en nog meer dan dat erin geïnteresseerd zijn. Het zou heel jammer zijn als zo'n bijzondere collectie uit Nederland zou verdwijnen," aldus Van den Broek. Sprakeloos, maar de koning te rijk, vielen de Ivo’s bijna van hun fauteuil. Een miljonair komt voorbij en zegt, zo en passant: hier heb je een museum. Buitenaards. Uiteindelijk vonden de Ivo's, samen met Henk van den Broek, na enig zoeken, een historisch pand voor het museum op de Herengracht, waar ze 10 maandenlang met 30 man aan verbouwd hebben. Heinz Ivo:” We hadden geestelijk eigenlijk al en beetje afstand genomen van de collectie, maar de hele wereld veranderde door de inbreng van Henk van den Broek. Dat maakte het geheel ongelooflijk mooi. Vooral voor onze dochter, want die had daarmee natuurlijk ook een toekomst. Sindsdien zjin we geleidelijk aan naar 70.000 tot 80.000 bezoekers per jaar gegroeid." 

 

Museum Hendrikje, voor de buitenlandse tassentoerist "The Museum of Bags and Purses" genoemd, is inmiddels uitgegroeid tot een wereldwijd bekend tasseninstituut, met een collectie van meer dan 5.000 tassen. De vaste collectie toont de geschiedenis van de westerse tas vanaf de late Middeleeuwen tot heden. Het museum vertelt het verhaal over mode, kunst en draaggewoonten en maakt een tijdreis door de geschiedenis van de tas. Het is in het bezit van historische stukken uit de 15e eeuw en de collectie waaiert uit naar tijdloze klassiekers van modern design. Tot de collectie behoren hangende tassen en beurzen, chatelaines, bruidsbuidels, tassen voor funeraire periodes (rouw), aalmoezentassen, heupzakken, schooltassen, reticules, handtassen, clutches (hengselloze enveloptassen), avondtasjes en designtassen van bekende modehuizen zoals Chanel, Louis Vuitton en Hermès. Het pand op de Herengracht is in 1666 gebouwd als woonhuis van de toenmalige burgemeester van Amsterdam, Pieter de Graeff, heer van Polsbroek, Amsterdams regent, diplomaat en staatsman in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Graeff was zowel kunstverzamelaar, als mecenas. In 2007 toen Tassenmuseum Hendrikje naar de Herengracht in Amsterdam verhuisde, is het pand gerestaureerd door Jantien Nunninkhoven van Designed for Living, Blaricum, die het interieur van de begane grond en de eerste verdieping, het trappenhuis, de vloeren en verlichting van het museum heeft ontworpen (zie ook www.designedforliving.com). De aangrenzende museumwinkel is ontworpen door interieurarchitecte Judith Everaarts van Claessens Erdmann architects & designers, Amsterdam (www.claessens-erdmann.nl). Bij het museum ligt een tuin in historische stijl ingericht door tuinontwerper Robert Broekema (Adviesbureau Robert Broekema, Amsterdam - www.robertbroekema.nl).Tassentoeristen kunnen het museum ook via het water bereiken per rondvaartboot.   

 

20-jarig tassenmuseum geregistreerd als UNESCO Werelderfgoed-locatie
In 2016 vierde Tassenmuseum Hendrikje zijn 20-jarig jubileum. Het pand aan de Herengracht 573 is aangemerkt als UNESCO Werelderfgoed-locatie. Vanuit het pand in Amsterdam groeide het uit tot één van de tien beste musea ter wereld. In 2015 stond het museum in de top 10 van de beste modemusea ter wereld in het Britse Dagblad The Guardian en werd het opgenomen in de top 16 van de beste modemuseums ter wereld volgens Condé Nast, de beroemde Amerikaanse uitgever van lifestyle magazines, onder andere tijdschriften op het gebied van mode, reizen en cultuur. Tassenmuseum Hendrikje heeft twee historische, 17e eeuwse stijlkamers en een museumrestaurant. In de stijlkamers kan men fraaie plafondschilderingen en schoorsteenpartijen uit de 17e eeuw en de 18e eeuw bezichtigen. De intieme Kleine Stijlkamer stamt uit de 17e eeuw en is een prachtige, levende herinnering aan de Gouden Eeuw. De Grote Stijlkamer uit de 18e eeuw, ademt de sfeer van de elegante paleizen van die periode. Beide stijlkamers kunnen worden gehuurd voor speciale gelegenheden.

 

De oudste tas  - Herenmodel van geitenleer    

De oudste tas die Tassenmuseum Hendrikje in haar collectie heeft, stamt uit de 16e eeuw, een herentas van geitenleer met 18 vakken. Het is één van de pronkstukken van het museum. In de Middeleeuwen, in een tijd dat de kleding nog geen binnenzakken kende, was het modieus om een tas aan een gordel of riem te dragen. Zowel voor mannen als vrouwen. Deze tas was ooit eigendom van een Franse koopman, die hem aan zjn gordel had hangen. Hij heeft 15 binnenvakken en 3 vakken aan de buitenzijde en allerlei geheime sluitingen. Daar bevinden zich speciale vakken voor verschillende muntsoorten bij, aangezien men in de tijd niet één nationale, maar verschillende muntsoorten had en met verschillende munten kon betalen.    

 

Heinz Ivo: ”Deze tas is hét topstuk van de collectie, zeer bijzonder met die 18 vakken. Je moet je voorstellen, de tas behoorde toe aan een koopman die veel reisde. In die tijd had je geen gulden of euro als nationale munt in Nederland, maar door het hele land had je verschillende munten. Als een koopman een stuk verder was gereisd, had hij vaak een andere munt nodig. Daarom had hij een tas met al die verschillende vakjes. In die tijd had iedere graaf zijn eigen geldsoort bij wijze van spreken. Dat is historisch gezien natuurlijk boeiend en dat maakt die hele tas zo interessant." 


Vanaf de late Middeleeuwen tot in de zeventiende eeuw hebben mannen en vrouwen tassen en beurzen gebruikt voor het bewaren en meenemen van muntgeld, documenten, brieven, aalmoezen, bijbels en relikwieën. Deze tassen en beurzen werden gedragen aan een riem of gordel en waren veelal gemaakt van onversierd leer of textiel. Er waren ook luxere uitvoeringen van kostbare stoffen met fraai borduurwerk in zijde-, goud- en zilverdraad.       


De Chatelaine  -  Een haak met kettingen voor accessoires
Vanaf de 16e eeuw droegen vrouwen hun beurzen vaak aan een chatelaine: een haak met kettingen waaraan accessoires gehangen konden worden, zoals sleutels, een messenkoker en naaigerei. Door de kostbare materialen was de chatelaine tevens een sieraad; een statussymbool. In de loop van de eeuwen veranderde de vorm van de chatelaine en de accessoires die eraan werden gehangen, maar pas aan het begin van de 20e eeuw werd de chatelaine definitief door de handtas verdrongen. Hiernaast zien we een vergulde chatelaine met naaldenkoker, priemhouder,  houder voor een schaartje, vingerhoedhouder en lodereindoosje. Engeland, ca. 1740.  Op de haak staat een motief van godin Diana, godin van de jacht. 

 

Beugeltassen 
Tassen mert zilveren beugels raakten bij Nederlandse vrowen in de mode vanaf het laatste kwart van de zeventiende eeuw. De beugeltas werd op traditonele wijze met een haak aan gordel of rokband onder het schort gedragen. De tassen hadden meestal een zilveren beugel, maar werden ook van andere metalen gemaakt. Omdat zilver kostbaar was, werd de beugel vaak van moeder op dochter doorgegeven. De beugeltassen laten een grotre verscheidenheid aan vormen en versieringenzien. Er waren tassen en beurzen in allerlei uitvoeringen met uiteenlopende functies: beugeltassen, leren beurzen en buidels aan lange trekkoorden. Op enkele schoudertassen na werden alle modellen aan de riem of gordel gedragen. De komst van binnenzakken maakte tegen het eind van de 16e eeuw en in 17e eeuw langzaam maar zeker een eind aan het gebruik van tassen door mannen. In de volgende eeuwen behoorde de tas vrijwel uitsluitend tot het domein van de vrouw. Gedurende de 17e, 18e en een groot deel van de 19e eeuw was dameskleding zo wijd dat er onder de rok met gemak een of twee losse zakken onzichtbaar gedragen konden worden. Meestal werden deze zakken gedragen als paar: één op elke heup. Vandaar dat ze dijzakken werden genoemd. Ook de dijzak bleef tot ver in de 19e eeuw populair.

 

Reticules en handwerktassen
In de loop van de 18e eeuw werd Pompeii ontdekt en mede daardoor werd alles wat met de Griekse en Romeinse Oudheid te maken had populair. Met deze opkomst van het Classicisme veranderde ook het modebeeld: japonnen werden sluik en de taille ging omhoog. Voor de dijzak was onder deze fijne kleding geen plaats meer en daarom verhuisde de inhoud ervan naar de reticule, de eerste tas die in de hand werd gedragen aan een koord of ketting. Dit bleef de mode tot in de eerste decennia van de 19e eeuw. Reticules werden uit allerlei soorten textiel gemaakt, veelal door vrouwen zelf.

 

Vanity cases
Na de Eerste Wereldoorlog nam onder invloed van de vrouwenemancipatie en de enorme populariteit van filmsterren het cosmeticagebruik sterk toe. Hierdoor ontstond de behoefte aan speciale tassen voor cosmetica. Rond 1905 werden al handtassen verkocht met een beurs en een reukflesje, een spiegel en een vakje met poeder en dons. Vanaf 1920 werd de vanity case populair, een kleine tas met vakjes voor poeder, rouge, lippenstift, parfum en/of sigaretten. De vorm van de vanity case wordt wel toegeschreven aan de Japanse inro, een kleine tas met vakjes voor geneeskrachtige kruiden en reukwater. 

 

Plastic vanity case, Frankrijk, 1924.  Plastic vanity bag, Frankrijk 1920. 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Coco Chanel - The Fashion Icon 
"Without comfort true elegance can never be achieved."

 

 

 

"I gave women a sense of freedom, I gave them back their bodies."

 

 

Tassenmuseum Hendrikje vier het 60 jarige jubileum van de Chanel 2.55
De meest iconische Chanel-tas, model 2.55, vierde in 2015 haar 60e verjaardag. Daarom zette Tassenmuseum Hendrikje dit populaire exemplaar vanaf 1 februari t/m 3 mei 2015 in de spotlights.  Het museum exposeerde in 2015 uiteenlopende exemplaren van dit veelbesproken model, waarbij uitleg werd gegeven over de Chanel-tas, de invloed van Chanel op het modebeeld en de codenaam 2.55. De Franse ontwerpster Coco Chanel was één van de meest invloedrijke vrouwen op het gebied van mode. Met haar vernieuwende blik zette Coco de ‘little black dress’, het tweed mantelpak, parelkettingen en natuurlijk de 2.55-tas  voorgoed op de modekaart. De tas werd een zeer gewild statussymbool en is tot vandaag de dag één van de meest geïmiteerde tassen ter wereld. Waar in de jaren ’50 Brigitte Bardot en Jackie Kennedy met een exemplaar om hun schouder liepen, zetten grote internationale sterren de tradiite in 2015 voort. De vooraanstaande modedesigner Karl Lagerfeld staat tegenwoordig aan het hoofd van het merk Chanel en brengt jaarlijks nog vele varianten op de Chanel 2.55 op de markt. Zo ontwierp hij in 2005, speciaal voor het 50-jarig bestaan van de tas de Chanel Reissue Bag.

 

Coco Chanel's inspiratiebronnen: de paardensport en de nonnen uit haar jeugd 
Sigrid Ivo: "De 2.55 is waarschijnlijk geïnspireerd op fragmenten uit het leven van Coco Chanel en is ontstaan in februari 1955, wat direct de codenaam verklaart. Het gewatteerde materiaal en het ruitvormige motief zijn overgenomen uit staljassen uit de paardensport. De wijnrode binnenvoering van de 2.55 heeft dezelfde kleur als het gewaad dat de nonnen droegen in haar jeugd, toen ze op 11-jarige leeftijd in een weeshuis verbleef. De gouden ketting van de tas die als schouderband dient, is geïnspireerd op de kettingen die de nonnen in het weeshuis rond hun middel droegen. Chanel integreerde hem in haar revolutionaire 2.55. De ketting is 24-karaats goud."

 

Coco Chanel wordt beschouwd als de belangrijkste modeontwerper ooit. Haar vernieuwende filosofie, dat mode zowel mooi als comfortabel moet zijn, is kenmerkend voor al haar ontwerpen. Sigrid Ivo: "In jaren '50 was de nieuwe look van Dior leidinggevend:  Dat was de zandloperlook, het strakke bovenlijfje ,een strakke taille en dan die wijde rokken. En daarbij paste de handtas.en de clutch. Die waren dominerend. Maar daarna introduceerde Chanel haar revolutionaire schoudertas, de exclusieve 2.55, die werd gedragen als schoudertas."  Al na de Eerste Wereldoorlog zorgde Chanel er samen met enkele tijdgenoten, zoals Paul Poiret voor dat het sterk gekorsetteerde figuur van de toenmalige mode werd ingewisseld door meer casual sportieve kleding. 

 

Sigrid Ivo: "Chanel was natuurlijk al zo beroemd om haar kleding, dat zij ook tassen en accessoires in haar modelijn introduceerde. Tassen, die elegant zijn, stijlvol en eigentijds, maar ook praktisch en bruikbaar. De tas van Chanel is iconisch, vooral omdat je hem nu nog eigentijds kan dragen. Het bijzondere en kenmerkende van die tas is dat ingestikte, dat gewatteerde en het gouden kettinkje. "Een Chael-tas kost tweedehands algauw EUR 1500.- tot EUR 2000.-. Het is een stijlvolle, informele tas, die dames in de tijd ook konden dragen naar hun werk. Een  echte Chanel kost zo'n EUR 3400.-. In een Chanel-tas zit altijd een apart vakje voor liefdesbrieven en een geheim ritsje. Chanel heeft veel symboliek uit haar jeugd met haar tas verweven." (Bron: MAX TV, Foto Rechts: de Chanel 2.55 in 2014.  ©  ANP, Rein van Zanen).

 

 

Leren enveloppentasje in de vorm van het cruiseship Normandie, Frankrijk 1935.    

Schoenvormige handtas ontworpen door Jan Jansen. Deze handtas is door de schoenenontwerper geschonken bij de opening van Tassenmuseum Hendrikje in 2007 aan de Herengracht.   

Leren handtas in parapluvorm met koperen frame, Engeland 1930. 

 

 

 

 

 

 

Meer informatie over Tassenmuseum Hendrikje kunt u vinden op: www.tassenmuseum.nl